Terug naar
Voorblad
 

Hoveniersweg 104
Subtitel: Het huis en zijn tijd (1850-1900).
reakties: 
lets53@upcmail.nl   of  0344 611809


De Gebouwen
  • Barak
  • Ontsmettingsruimte
  • Beheerswoning
De Omstandigheden
  • Armoe
  • Drinkwater
  • Riool
  • Aantal inwoners en zieken
Ontwikkelingen in die tijd
  • Gas
  • Water
  • Elektriciteit
Waarom deze site
Bibliotheek
-- Ziekten 1850-1890
  • achtergrond stukken
  • delen uit boeken
  • wat is cholera

-- Verslagen Gemeente en
       Kranten   1853 - 1930

 

Kadasterkaarten
  • kaarten
  • kadastergegevens
  • foto's buurt 1971
Verhaal uit de Kroniek
  • samenvatting van deze site

Aantal bewoners en zieken    1850 tot 1922

Details uit het leven van de stadbaas Pieter Schreuders.

Dit verhaal geeft een beeld van de periode 1900 -1945 in TIEL.

 

De Omstandigheden
  • Armoe
  • Drinkwater
  • Riool
  • Aantal inwoners en zieken

 

Onderwerpen:

Wat een armoe.  (1830-1880)
Werk in de stad
Platteland naar de stad
Epidemieën en besmettelijke ziekten
Overheid grijpt in. / Een belangrijk moment
De Bouw
De zaken nemen een keer
Ziekenhuizen.

Aantal inwoners en zieken 1850-1922
Aantekeningen over besmettelijke ziekten en daarmee samenhangend.   Periode 1831 - 1886.
Gevonden in Couranten en gemeente stukken Tiel.

Delen uit de gemeenteraadsvergaderingen 1872 - 1880
Besmettelijke ziekten en rampen 1830 - 1926 in Nederland

 

 

 

 

Wat een armoe.  (ca. 1830-1880)

Waarom was het ziekenhuis nodig ? Door armoe, geen riool, geen waterleiding was het moeilijk om schoon te blijven. Niet alleen je huis maar ook je eigen lijf. Besmettelijke ziekten kwamen veel voor. Tyfus, Cholera, longontstekingen, mazelen enz.
 Ziekten en armoede gingen hand in hand, en alles wat armoe betrof was een taak van de kerken, dus de verpleging van zieken hoorde daar ook bij, zo was het gevoel bij de bestuurders van Tiel in die tijd.
Zo was het ook de taak van de kerken om medicijnen te verstrekken. Die werden ten laste gebracht van de gemeentekas, en dat was het dan. meer
De omstandigheden dat ziekten zich zo snel konden ontwikkelen waren optimaal. Een poepton achter het huis, geen water om je handen te wassen. Kleine huizen met vaak maar een kleine huiskamer en en keuken beneden en boven een kleine slaapkamer met de kleinste erbij en de rest van de kinderen op de open zolder. Kaarsen en olielampen voor de rijken, duisternis voor de armen en een kachel als fornuis.
De straat was was geen straat, meer een pad van vastgelopen aarde, soms verhard met steenslag (zeg maar puin). De gemeente had als taak de gaten te vullen. Na een regenbui stond alles blank en zakte het water in de bodem. Zo ook de Hoveniersweg. De oude onverharde straat lag 50 cm lager dan de huidige klinkerweg. Binnen de stadsmuren leefden tientallen gezinnen in krotten. Het jaarverslag
1831 vermeld: "straten en en goten worden wekelijks schoongemaakt en de stad wordt met lantaarnen verlicht". Over het pad tussen de woningen liep ook gewoon het afval water uit de huizen. Het vuil van buiten liep je dus zo mee naar binnen. Vooral in de binnenstad stonken sommige buurten. "De weg naar de armenschool is niet alleen slecht maar ontsiert op stuitende wijze een gedeelte van onze gemeente", zo staat te lezen in het jaarverslag 1880. meer

In Tiels jaarverslag aan de regering in Den Haag 1855:

Het is ons aangenaam te mogen zeggen, dat deze Gemeente zich in voortdurende bloei een welvaart mag verblijden en dat zij, terwijl op andere plaatsen van ons vaderland, aanstekelijke ziekten heerschten , hiervan gespaard is gebleven , dat de zoo ongelukkige watervloed, welke zoo vele gemeenten ook in deze Provincie in ramp en ellende heeft gestort, een betrekkeljk gering nadeel in deze Gemeente veroorzaakt heeft , dat handel en nijverheid in bloeijenden toestand verkeeren en de financiën dezer Gemeente zich in voldoenden staat bevinden.

Deze tevredenheid zie je niet overal terug, want in hetzelfde jaarverslag van de medische politie staat:

1 geval van typhus cerebralis deed zich voor.  En deed voor uitbreiding dezer ziekte vreezen, niet allen wegens de naauwe, bekrompene en schamele woning, maar ook om de armoede , slordigheid , gebrek aan goede ligging , oppassing enz.... Doch het is hierbij gebleven.

En dit was niet de enige naauwe, bekrompene en schamele woning in Tiel.

Werk in de stad.

Door de komst van de stoommachine was het mogelijk om zonder paarden of mensen machines aan te drijven (de industriële revolutie was begonnen) zien we binnen en direct buiten de stad fabrieken ontstaan. Steenfabriek Binnenhoek, Lokstraat 1811-1835, Papierfabriek Kwelkade (80 man) 1864,  Glucosefabriek (lozing op de Waal) 1875,  Daalderop 1880, De Betuwe 1885, Door verschillende oorzaken was Nederland, in vergelijking met de omliggende landen, laat met deze ontwikkeling.

 

Platteland naar de stad.

Ook op het platteland heerste ontstellende armoede en hongersnood.

Er komt een proces op gang, waarbij geleidelijk aan op grote schaal mensen naar de stad trekken (urbanisatie). Hoewel deze mensen dachten het beter te zullen krijgen in de steden, neemt juist de verpaupering nog toe door lage lonen en slechte sociale omstandigheden. Ook de vrouwen vinden hun weg naar de fabrieken, al krijgen ze alleen toegang tot de laagstbetaalde sectoren van arbeid. Vooral de vrouwen uit de arme buurten moesten aan het werk, gedwongen door geld of door de baas van de man. Ook kinderen werden ingezet omdat de baas het wil.

Vaak lieten winkeliers rond 1850 arbeiderswoningen bouwen voor de verhuur, vooral in Tiel-Oost. Via verplichte winkelnering waren ze verzekerd van omzet . De huuropbrengst was een prima oudedagsvoorziening voor ze.
Deze woningen werden vaak gebouwd op kavels van nauwelijks twintig vierkante meter (dus 4 bij 5 meter) vooral in het oude Zandwijk op de kleinere weilanden bv- aan de Staartsestraat (de Kijk Uit)  en de `Vleesbuurt', aan de Hogeweidseweg, in de Twaalf Apostelen, op de Lok, rond het Planken Wambuis, aan het Fabriekslaantje enz.

Met de industrialisering trad tevens een proces van arbeidsverdeling op. Omdat iedereen binnen het gezin moest/ging werken was je aangewezen op hulp van buiten het gezin, maar nog meer je kon als gezin anderen geen hulp meer bieden. Het omzien naar elkaar werd steeds minder. Nieuwe beroepen ontstonden bijvoorbeeld de bakker, groenteboer, enz.
Door lage lonen en slechte sociale omstandigheden nam de verpaupering toe. Dit uitte zich onder andere in een onhygiënische leefwijze met toenemende gevaren voor epidemieën. De lichaamshygiëne was totaal onbelangrijk. Artsen meende dat baden schadelijk was. De meeste mensen wasten hooguit hun handen, gezicht en oren. Alleen welgestelden die zich meer dan 1 stel kleding konden veroorloven, wasten hun kleding. (pas in 1916 werd bekend dat luizen de oorzaak waren van vlektyfus. In 1930 eerste vaccin).

Aanpak van de gezondheidszorg werd dringend nodig.

 

Epidemieën en besmettelijke ziekten

Epidemieën en besmettelijke ziekten waren beslist niet een alleen maar Tiels probleem. Integendeel, juist de grote steden met veel zeelui waren een bron van ziekten vanuit het buitenland meegebracht. Tienduizenden mensen stierven. Het ziekte proces ging snel, er op of eronder, hele families besmetten elkaar en men had geen idee hoe dat kwam. Bovendien was er onder de bevolking weinig respect voor en vertrouwen in de medische stand. Reeds in de 14de eeuw kwam al op grote schaal de Pest voor. In de 16de eeuw kwam daar de Vlektyfus bij. In de tweede helft van de 30-jarige oorlog (1618-1648) stierven 18.000 soldatendoor vlektyfus in combinatie met scheurbuik.

Een kort overzicht van rampen en epidemieën in die tijd:
• 1830 en daarna werd Nederland geteisterd door enkele cholera-epidemieën. De ziekte werd meegebracht door scheepslui of ontstond door de onhygiënische omstandigheden. De eerste epidemie brak uit in 1832 in Scheveningen. Er vielen vele doden en de ziekte verspreidde zich later tot aan Rotterdam en Amsterdam. De tweede in 1848.
• 1854-1856 Krimoorlog. Besmettingen onder en door de slachtoffers. Florence Nightingale(1820-1910)
• 1861 jan Watersnood (dijkbreuk) Gelderland, Noord-Brabant
• 1863 Tyfus in Leeuwarden
• 1863 Storm in west Holland
• 1864 - 1865 Pokken in Woudsend (Fr)
• 1866 -1867 3de Cholera epidemie in geheel Nederland en met name in Amsterdam, Rotterdam, Maassluis, Dordrecht, Leiden, 's-Gravenhage, Utrecht, Friesland, Groningen, Gelderland 20.000 mensen stierven.
• 1870 - 1873 Pokkenepidemie In Nederland stierven zo'n 22.000 mensen, de meesten in 1871 (15.787 slachtoffers, voornamelijk kinderen). Omvang mede veroorzaakt door de Frans-Pruisische oorlog 24.000 mensen aan typhus en 17.000 mensen aan andere besmettelijke ziekten.

Een spectaculaire ontwikkeling van de medische wetenschap werd in gang gezet door de chemicus, zodat men mogelijkheden leerde kennen genoemde gevaren te bestrijden. Toch kon die bestrijding van besmettelijke ziekten pas effectief op gang komen na dwang van de overheid.


 

Overheid grijpt in.

Al begin 1800 bleek dat de plaatselijke autoriteiten niet in staat waren alle maatschappelijke problemen aan te pakken. Bij een Verordening van het Staatstoezicht in 1804 gaan komen er plaatselijke commissiën die besmettelijke ziekten en epidemieën signaleren en door samenwerking tegengaan. Deze commissies konden alleen maar opschrijven, maar beslist niets doen. Dat recht achtte men toen slechts voorbehouden aan de lokale autoriteiten.
Bij de Gemeentewet van 1851 werd het gemeentebestuur verantwoordelijk gesteld voor het "toezicht", maar zelfs dit leverde niet het gewenste resultaat op. Dit omdat steun door de gemeente niet werd verleend en verordeningen niet nageleefd.

Een belangrijk moment:

In 1865 kwam onder Thorbecke de eerste gezondheidswet tot stand, waarin het Staatstoezicht op de volksgezondheid werd geregeld. Dit Staatstoezicht omvatte het onderzoek naar de staat van de volksgezondheid, het aanwijzen en bevorderen van middelen ter verbetering, en het handhaven van wetten en verordeningen op het gebied van de volksgezondheid. Bij deze wet werd het toezicht van de plaatselijke commissies vervangen door dat van deskundige personen, de inspecteurs voor volksgezondheid. Deze inspecteurs moesten enerzijds de gemeentelijke en provinciale besturen adviseren en anderzijds de minister. De gemeentelijke autonomie bleef nog gewaarborgd. Naar de toen heersende opvatting was gezondheidszorg een facet van armenzorg en alleen in de ergste nood werd voorzien door de gemeentelijke autoriteiten. Men wilde de ruimte geven aan particuliere initiatieven en aan de kerk.
Toch drong de tijd. In 1865 stak in Europa de cholera weer de kop op. De inspecteurs merkten toen hoe moeilijk het was om gemeentebesturen en deskundigen er toe te brengen de van hogerhand aanbevolen maatregelen te treffen. Zij hadden sterke behoefte aan machtsmiddelen om snel en doeltreffend te kunnen ingrijpen. Thorbecke had teveel verwacht van de overredingskracht van de inspecteurs en de ontvankelijkheid voor hun argumenten door de gemeentebesturen. "Hier botsen de inzichten van de staatsman en de medici: de één zocht naar een oplossing, welke paste in het staats- en rechtsbestel, de anderen wilden een direct en effectief ingrijpen in de voorliggende misstanden en noden".

Eerst moesten meer dan 20.000 mensen het slachtoffer worden van de cholera-epidemie in Nederland van 1866-1869. Vervolgens stierven nog 22.000 mensen aan pokken, 24.000 mensen aan tyfus en 17.000 mensen aan andere besmettelijke ziekten, voordat er van dwang van bovenaf sprake kon zijn.

Langzamerhand ontstond na 1866 ook het vermoeden dat cholera zich via vervuild drinkwater verspreidde, en medici discussieerden over de vraag of cholera misschien toch besmettelijk was. Duidelijk werd dat er maatregelen genomen moesten worden zoals aanleg van riolering en goede voorzieningen voor drinkwater, al bleef het voor lokale overheden soms moeilijk om daarvoor financiële ondersteuning te krijgen.

 Tenslotte heeft Thorbecke in de Wet van 4 december 1872 die hij zelf nog heeft voorbereid, hoewel de afkondiging na zijn dood geschiedde- zijn vroeger geuit dreigement verwezenlijkt en de "vereiste dwang in het leven geroepen, die een gemeentebestuur zal verhinderen, om algemene belangen aan eigenzinnigheid of bekrompenheid op te offeren".
Zo kwam de Wet op de Besmettelijke Ziekten van 1872 tot stand, dit betekende:
 1). dwang van de centrale overheid op de gemeentelijke overheden,
 2). Nog een doorbraak: voorzieningen voor de gegoeden en voor de armen.
De gemeente werd verplicht ontsmettingen te verrichten waar dat nodig was, een inrichting te maken voor de afzondering en verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten en om een lijkenhuis in te richten voor aan besmettelijke ziekten overledenen.  Het principe "openbare geneeskundige hulp en gezondheidszorg Is armenzorg" werd hiermee doorbroken. Overigens betekende dit niet dat de gemeentebesturen, zich nu gingen haasten de voorgeschreven voorzieningen te verwezenlijken. Dit werd met grote teleurstelling door de inspecteurs geconstateerd.

Een locaal voor besmettelijke zieken uit den gegoeden stand.
De volgende zin uit het verslag van dec 1872 geeft mij te denken:
"
Wordt voorlezing gedaan van een schrijven van den Geneeskundigen Raad van Gelderland en Utrecht, daarbij aandringende op de daarstelling van een locaal voor besmettelijke zieken uit den gegoeden stand.
Gelukkig stelt men voor om dit te combineren met een locaal voor min vermogenden. Wellicht is dit de reden van de twee lokalen, één voor gegoeden en één voor min vermogenden of nee, toch gewoon; 1 voor vrouwen en 1 voor mannen of dit ook niet maar mocht er per zaal maar 1 lijder liggen.

 

 Heel bijzonder bij het overlijden van Thorbecke: "Wij vernemen , dat de inschrijving alhier ten behoeve van het huldeblijk voor wijlen Mr. J. R. Thorbecke , eens som bedraagt van f 1170 ". (Gemeenteraad Tiel 21 december 1872)

 

 

De bouw.

De plicht om voorzieningen treffen voor lijders aan besmettelijke ziekten werd in Tiel voortvarend op de agenda van de raad gezet.
De wet ging in op 4 december 1872.
Reeds op 21 december 1872 komt dit punt in de raad.
Daarop wordt in 23 augustus 1873 in de raad gediscussieerd over twee mogelijke varianten op basis van 24 bedden, de één van f 20.000 de ander van f 12.000. Reacties op het voorstel: het is te duur, beter op een andere plek, niet van hout, nog even afwachten, enz.
Dhr Tilanus wijst op het openbaar belang. In de vergadering van 4 september 1873 blijkt hij de grond aan de gemeente te verkopen. Nee, niet alleen een strook aan de Hoveniersweg van 500m2 (5 roede= 5 are), maar de kavel als zijnde bouwland 5000m2. (50 are) De rest kan je verhuren zo was zijn suggestie.
-  In het jaarverslag staat: grond gekocht 5470 m2 voor f 2500,- meer

-  Kadaster geeft aan: 48,6x114 meter (=5540,4 m2)  (veldwerkschets 1877). meer

Tielse courant 4 sept 1873: 2 September is besloten: Het wordt een Gebouw van hout opgetrokken, ingerigt zijn voor 16 lijders en geplaatst op een stuk bouwland op Zandwijk (sectieC No 237), groot circa 50 Aren. Totale kosten f 9000,-
Een leening zal worden gesloten van f 9000 met jaarlijksche aflossing van f 500 en tegen een rente van hoogstens 5%. Het is niet anders, zal men gedacht hebben.
Na de gunning en het bouwen wordt in 1875 het geheel opgeleverd. meer

Eindelijk kan de beheerder hr Brands en zijn vrouw aan het werk. Hij huurt het huis voor f 1,25 per week. Hij is ook gelijk opzichter Gemeente werken. Het huis heeft tot 1973 een opzichter gehuisvest.

Noot redactie: Het is voor mij onduidelijk hoe het met de woning zit nr 104. In de tekeningen en de stukken kom ik alleen het ziekenhuis tegen. Ook de ontsmettingsruimte ontbreekt. 
In de begroting 1875 staat alleen de woning genoemd. (jaarlijkse afschrijving fl 50,- en onderhoud fl 39,41)

 

De zaken nemen een keer.

Eindelijk kunnen lijders worden opgevangen. Maar de ontwikkelingen staan niet stil. Steeds meer wordt bekend over de oorzaken van al dit lijden. Schoon water en geen vuil in of om de woningen, zijn naast geneesheren met de nieuwe kennis belangrijke stappen in het voorkomen van besmettelijke ziekten.  De resultaten zijn zo snel merkbaar, dat in enkele jaren  het aantal lijders met de helft af neemt. Bestuurders die tegen de overheidsbemoeienis waren met de gemeenten, moesten erkennen; principieel fout maar wel effectief.
 Een studie in 1899 "Ziektenwergeving Staatsrechtelijk beschouwd" schrijft over de spectaculaire daling van het aantal besmettelijke zieken. zie schutblad.  Belangrijke teksten:  pagina 4 de ziektewet werkte wel;               pag 5 sterfte per leeftijd;                   pag 7 sterfte per ziekte.

Het gevolg was echter dat ons ziekenhuis leegstand ging kennen. Een paar opnamen per jaar worden dan wel erg duur zo lezen we al in 1876 (het eerste jaar na de opening!)


  "Het is gebleken, dat die inrigting, behoudens enkele verbeteringen, die gemakkelijk zijn aan te brengen, wel aan het doel beantwoordt. Intusschen zijn de kosten van verpleging zeer aanzienlijk; deze hebben toch voor dien éénen lijder voor 31 dagen bedragen fl 187,76 ; hieronder zijn niet begrepen de kosten van geneesmiddelen.


Daar nu die uitgaven, welke uithoofde van onvermogen van den lijder niet op dezen kunnen worden verhaald, door de gemeente zijn gedragen, is het duidelijk dat deze inrigting, voor de finantiën der gemeente eene zeer bedenkelijke zaak kan worden, zoo die niet op andere wijze wordt geregeld, waartoe wij voornemens zijn pogingen aan te wenden".

Wordt vervolgd.........

Punten nog op te nemen oa :

1831 aan de Wed A.N. Brecht voor f 30 een toestel ter behandeling van de cholera-zieken

1832 23 juli over maatregelen tegen cholera; er zijn hier geen lege gebouwen voor eventuele zieken. Daarom lokaal van de school voor arme kinderen daarvoor aangewezen; volgende brief: wel­licht benedenkamer van infermerie ervoor in gereedheid houden; idem 26 juli; idem 4 aug (nog geen ziekte); 16 aug: er zijn badkuipen gemaakt

1866 28 juli Request A. Bergacker e.a. om ziekenhuis zo spoedig mogelijk uit hun midden te verplaatsen. Gaat naar choleracom­missie.

1866 gemeenteverslag kazerne enigzins bouwvallig. Daarin zitten bureau van politie, nachtwacht, magazijn van de schutterij en een van de zalen is tijdens de cholera-epidemie tot ziekenzaal ingericht. Dat kostt f 500.-

1867 gemeenteverslag weer een van de zalen van de kazerne tot ziekenhuis ingericht 1872 adres over noodzaak ziekenhuis besmettelijke ziekten

 



1880  Eene uitzondering noemen wij den weg nabij de school voor onvermogenden. Deze weg, ingevolge Uw besluit , in 1878 in den tegenwoordigen toestand gebragt, is niet alleen slecht maar ontsiert op stuitende wijze een gedeelte van onze gemeente.
De kosten van onderhoud der wegen hebben bedragen f1431,52

 

De Nederlandse pokkenepidemie van 1870-1873
Deze virusziekte is al duizenden jaren oud. Vele tientallen miljoenen mensen overleden aan deze ziekte. Een groot deel van de oorspronkelijke bevolking van Amerika verdween door de pokken. De laatste grote epidemie vond plaats als gevolg van de Frans-Pruisische oorlog. In Nederland vielen rond 20.000 slachtoffers.

 


 

 

Ziekenhuizen.
Het echte eerste ziekenhuis van Tiel werd opgericht door de ‘Vereeniging tot oprichting en instandhouding van de Tielsche Ziekeninrichting’, die daartoe in 1884 het initiatief namen. In december 1884 wees de gemeenteraad daarvoor de gebouwen van de voormalige Bank van Lening aan. Die stonden op de plaats van het huidige (nu alweer oude) postkantoor. In de nazomer van 1885 werd het in gebruik genomen. Het had twee ziekenzalen, één voor mannen en één voor vrouwen. Een operatiekamer, een spreekkamer, een keuken en woonruimte voor de conciërge. Door de oprichting van het St.Andreas Gasthuis in 1901, werd het kort daarna gesloten. De Vereeniging werd pas in 1951 formeel opgeheven.

Uiteraard maakte ook dit ziekenhuis en het latere Christelijk ziekenhuis Bethesda, geopend 11 okt 1910, in voorkomende gevallen gebruik van de gemeentelijke barakken voor besmettelijke zieken, totdat de ‘ziekenbarak’ in 1926 gesloten werd, omdat beide ziekenhuizen zelf de eventuele besmettelijke zieken in isolatie konden opnemen.

    
Andreas Gasthuis 1901          Bethesda  1910      

 Medisch Jaarverslag
1853.


 
Het personeel der geneeskunst-oefenaren is niet veranderd en
bestond op 31 December 1852 uit:

 3 Doctoren in de
          Geneeskunde.
1 in de Heelkunde.
2 in de Verloskunde
.
1 Heel- en Vroedmeester.
5 Apothekers.
2 Drogisten.
1 Vroedvrouw

Gast- of ziekenhuizen zijn in deze gemeente niet aanwezig.

 

 Medisch Jaarverslag
1855.

1 geval van typhus cerebralis deed zich voor. En deed voor uitbreiding deze ziekte vrezen, niet alleen wegens de nauwe, bekrompene en schamele woning, maar ook door de armoede, slordigheid, gebrek aan goede ligging, oppassing enz.
 Doch het is hierbij gebleven.

 

Medisch Jaarverslag
1855

 personeel der geneeskunst-oefenaren heeft geene verandering ondergaan en bestond op 31 December 1855 uit:

 3 Doctoren in de
           Geneeskunde.
1 in Heelkunde.
2 in de Verloskunde.
2 Heel- en Vroedmeesters.

5 Apothekers.
2 Drogisten.
1 Vroedvrouw

Gast- of ziekenhuizen zijn in deze gemeente niet aanwezig.

 

Medisch Jaarverslag
1860
.

Men is begonnen met het bestraten van enkele straten met dubbele klinkers in totaal 1040 ellen.
Verbetering van riolen door overdekking.
Medisch Jaarverslag
1870


 De kosten van geneesmiddelen ,voor het Burgelijk Armbestuur hebben bedragen f 357,15 , terwijl dat Bestuur heeft doen gereed maken 813 recepten.
De Diaconie der Hervormde gemeente heeft 268 recepten doen gereed maken, terwijl de kosten der geneesmiddelen waren f 101,75.
Het Rooms Catholijk Parochiaal Armbestuur en de Diaconiën der Evangelische Luthersche en Christelijk Afgescheidene gemeente alsmede het Israëlitisch Armbe
stuur hebben in 1870 geene geneesmiddelen verstrekt.
 

 



Medisch Jaarverslag
1870

  Het drinkwater is over het algemeen, althans wat uiterlijk aangaat niet zooals het zoude moeten zijn. Vele pompen geven ongetwijfeld zeer goed en zuiver water; anderen daarentegen en voornamelijk de pompen op den hoek van de Ambtmanstraat, in de St. Agnietenstraat, op de Markt, in de Klijbergschestraat is het water, of min of meer gekleurd , of van minder frisschen smaak en reuk.
Het is ons  echter niet bekend, dat dit water , nadeel aan de gezondheid zonde toebrengen,en wij hebben daarom U geene bijzondere maatregel tot verbetering voorgesteld.
Eene gezondheidscomissie bestaat in deze gemeente niet
.

 

  

 

 

 

4 December 1872 staatsblad 134

 is het verboden, lijders aan eene bij of krachtens de wet besmettelijk verklaarde ziekte op andere wijze naar het ziekenhuis of naar hunne woning te vervoeren of te doen vervoeren, dan in daartoe bestemde voer- of vaartuigen, voorzien van een van buiten duidelijk zichtbaar kenteeken

 

 

Jaarverslag 1875

Bij het vernieuwen der gasleiding in de westluidensestraat is gebleken, dat beide riolen in genoemde straat tot aan den kruin gevuld waren met eene vaste baggerspecie.

 

De geneeskundige dienst bij armen, verpleegd in hunne woningen, is opgedragen aan een

 geneesheer, met eene jaarwedde van f 500,

een heel- en verloskundige met eene jaarwedde f 375 ,

 en eene vroedvrouw, met  eene. jaarwedde van f.225.

 

 

 

jaarverslag 1876 

 De gemeente-geneesheer Volgens de ter Secretarie aanwezige lijst van aan den Burgemeester gedane aangiften zijn aangetast aan tvphus en febris typhoidea 21, waarvan 4 overleden, diphtheritis 2, beide overleden, en mazelen 4, waarvan geene overleden.

meldt ons in zijn verslag, dat de gezondheidstoestand in 1876 niet zoo gunstig kan genoemd worden als in het vorige jaar, daar enkele gevallen van typhus en vele gevallen van febris typhoidea voorkwamen , doch de sterfte was niet groot.

Genoemden geneesheer kwamen op Zandwijk twee gevallen van keelziekte (angina diphterina) in de maand Februarij voor, waarvan een met doodelijken afloop.

Een geval van mazelen (morbilli) deed zich bij meergenoemden geneesheer ook op.

Voor het eerst werd gedurende het afgeloopen jaar een lijder aan, typhus verpleegd in de inrigting tot afzondering en verplegimg van lijders aan besmettelijke ziekten.

 

In 1880 was het al zo. Financiële tegenvallers, of te rooskleurig bedacht:

De oude gierpont, voor welke niet tegenstaande herhaaldelijk geplaatste advertentien genee koopers zich aan meldden, werd in het openbaar verkocht en bragt slechts  f 242 op.
De koopers hebben haar doen sloopen.

 
Jaarverslag pag16 1880

    De bebouwde kring om de stad, waar nog geene bestrating is, breidt zich zoo zeer uit, en de bewoners van de huizen hebben bij nat weder zooveel last van den onvermijdelijk morsigen toestand der wegen, dat het bijna ondoenlijk is, om aan de vele klachten tegemoet te komen. Het verkeer op de voetpaden is zoo druk, dat eene bezanding, iedere week gedaan niet voldoende zoude zijn om ze goed te houden.

Wij meenen dat over het algemeen geene duurzame verbetering te wachten is, zoolang niet tot keibestrating is overgegaan, en dat de eigenaardige moeijelijkheden aan de kleistreken verbonden ten opzigte van wegen in aanmerking genomen reden bestaat tot tevredenheid.

Eene uitzondering noemen wij den weg nabij de school voor onvermogenden. Deze weg, ingevolge Uw besluit , in 1878 in den tegenwoordigen toestand gebragt, is niet alleen slecht maar ontsiert op stuitende wijze een gedeelte van onze gemeente.

Nu: hoek Kastanjelaantje Schoolstraatje. Vlak bij de St Maartenskerk.

 

 

Medisch Jaarverslag
1885

 personeel der geneeskunst-oefenaren heeft geene verandering ondergaan en bestond op 31 December 1855 uit:

 3 Doctoren in de
           Geneeskunde.
1 in Heelkunde.
2 in de Verloskunde.
2 Heel- en Vroedmeesters.

5 Apothekers.
2 Drogisten.
1 Vroedvrouw

Gast- of ziekenhuizen zijn in deze gemeente niet aanwezig.

 

 

Aantal inwoners en zieken  Tiel 1850 - 1922

aantallen op basis van de jaarverslagen.

Verslag jaar over het jaar daarvoor   totaal aantal inwoners per 1 jan van dat jaar aantal levend geboren buiten huwelijk sterfte in arrest   typhus, febris typhoidea mazelen diphtheritis Koepok-inentin
gen
  Opmerkingen door medische politie

 

                aantal over-leden aantal over-leden aantal over-leden      
                                 
1850                                
1851                                
1852                                
1853   5924 228   165 20                   Gast of ziekenhuizen zijn in deze gemeente niet aanwezig. Aantal kinderen bezweken aan koperzuur.   VACCINE
1854                               HV Studio
1855   6279 216   157 33       2 0         bekrompen en schamele woningen, armoede
1856     227   199                      
1857     274   161                      
1858     250   176                      
1859     262   282                 267   ongunstig
1860   7049 242 10 141 35       20 0     155   een nieuw bevolkingsregister komt er spoedig aan  Kerkstraat met 200 vierkante ellen bestraat. Door gasleidingen verzakken straten.
1861     266 13 207                      
1862     240 12 160                      
1863     283 13 154                      
1864     288 14 189                      
1865   7748 281 10 180 41   grote epidemie weinig doden           overleden: 65 ong mannen, 46 ong vr, 25 geh mn, 19 geh vr, 8 wedn,17 wedw Besmetting via bedelaarslogementen
1866   7949 262 8 259                      
1867     258 12 146                 242    
1868     299 11 156                 218    
1869     277 9 148                 199    
1870   8442 268 13 158 25   0 0 0 0 0 0 267   kromme Elleboog  Varkenshokken
1871     283 12 166                      
1872     294 17 201                 161    
1873     292 12 181 26               246   mazelen epidemie  Augustus t/m December  overleden: 60 ong mannen, 45 ong vr, 25 geh mn, 23 geh vr, 9 wedn,19 wedw
1874     319 12                   252    
1875   8610 316 18 237 32   4 2 270 15 12 7 247   overleden: 74 ong mannen, 96 ong vr, 25 geh mn, 24 geh vr, 7 wedn,18 wedw.  Onderhoud van wegen met gewassen grind
1876     322 18       21 5 4   2 2      
1877     311 13                   320    
1878     277 10                   249    
1879     336 9                   268    
1880   8933 301 5 193 36   13 0 6 0 2 0 328    
1881                                
1882                                
1883                                
1884                                
1885                                
1886                                
1887                                
1888                                
1889                                
1890                                
1891                                
1892                                
1893                                
1894                                
1895                                
1896                                
1897                                
1898                                
1899                                
1900   10559                            
1901   10726                            
1902   10865                            
1903   11121                            
1904   11161                            
1905   11181                            
1906   11150                            
1907   11057                            
1908   11193                            
1909   11314                            
1910   11352                            
1911   11354                            
1912   11371                            
1913   11415                            
1914   11334                            
1915   11456                            
1916   11468                            
1917   11519                            
1918   11591                            
1919   11660                            
1920   11586                            
1921   11722                            
1922   11955                            

 

 

Aantekeningen over besmettelijke ziekten en daarmee samenhangend.   Periode 1831 - 1886.
Gevonden in Couranten en gemeente stukken Tiel.

 

Conclusie: Besmettelijke ziekten worden al vanaf 1830 gemeld. Veel plannen zijn gemaakt voor verpleging. Hier en daar was een tijdelijke ruimte. Het heeft echter 40 jaar geduurd voor het zover was.  En toen was ook de oorzaak van de besmettelijke ziekten bekend, en kwam het steeds minder voor.

(Gezocht in F:\ab naslag, bev. reg en raad 19e eeuw)

 

1831
- straten en en goten worden wekelijks schoongemaakt en de stad wordt met lantaarnen verlicht bepaald niet opzienbarend (en slecht leesbaar) 

- RE
J. van Grootele huurt een huis in de Agnietenstraat een een zolder boven het Kloostergat
- enorme lijst van tijnsen uit allerlei huizen en landerijen; totale opbrengst f 1.126.14
- huis van J. Marsman voor vier maanden gehuurd voor magazijn voor de schutterij
aan de Wed A.N. Brecht voor f 30 een toestel ter behandeling van de cholera-zieken 

1832
 23 juli over maatregelen tegen cholera; er zijn hier geen lege gebouwen voor eventuele zieken. Daarom lokaal van de school voor arme kinderen daarvoor aangewezen; volgende brief: wellicht benedenkamer van infirmerie ervoor in gereedheid houden; idem 26 juli; idem 4 aug (nog geen ziekte); 16 aug: er zijn badkuipen gemaakt

1848
 15 maart hier wel burger oude mannen en vrouwenhuis waarin 26 personen zijn opgenomen doch alhier geen gasthuis ter opneming van zieken en gewonden

1866
- 28 juli Request A. Bergacker e.a. om ziekenhuis zo spoedig mogelijk uit hun midden te verplaatsen. Gaat naar choleracom­missie.
gemeenteverslag kazerne enigzins bouwvallig. Daarin zitten bureau van politie, nachtwacht, magazijn van de schutterij en een van de zalen is tijdens de cholera-epidemie tot ziekenzaal ingericht.  Dat koste f 500.-
- Fraai verhaal over vuiligheid. Luiheid, onverschilligheid en morsigheid zit veel gezinnen in merg en been.

1867
 gemeenteverslag weer een van de zalen van de kazerne tot ziekenhuis ingericht

1872
 adres over noodzaak ziekenhuis besmettelijke ziekten

1873
- 23 aug plan ziekenhuis (inrigting tot afzondering en verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten). Paviljoensysteem kost plm 20.000 gld, barakken voor plm 24 zieken kosten plm 12.000 gld. Raad wil zoveel niet uitgeven. Gesloten deuren. Terug. Mening nog verdeeld. Moet goedkoper kunnen. Eenvoudig houten gebouw aan Nieuwe weg. Kan niet door nabijheid baggeraarde. Tekeningen voor eenvoudig plan ter visie.
- 2 sept Scheiding tussen gemeente en part. grond nodig op gedempte sloot bij weg van Nieuwe Weg naar de Plantaadje
- Klacht over grote hoeveelheid olie in 1872 verbruikt bij verbetering van wegen

1873
- Visserij en stadsgracht en op de Waal in het vervolg afzonderlijk gaan verpachten
- Nu plan DB bouwen barakken op pand C 237 groot 54 aren, dat Tilanus wil verkopen. Dan niet voor 24 maar voor 16 zieken. Barakken kosten dan 6000 gld. Campagne wil barak aan Molen­straatje. Plan huis van B van Ingen hiervoor aan te kopen (buiten Burensche Poort.) tenslotte plan B en W C 237. Er wordt lening van 3000 gld voor gesloten
- 24 sept In Nijmegen konden barakken iets goedkoper
- Dispuut over schorsing der kermis i.v.m. roodvonk
-J.C. van der Kolk en anderen vragen verlichting in Molenstraatje
- dispuut over algemeen plan voor riolering
- Coupure is gemaakt; dispuut over verlaging van de weg. Rink vindt dat burgemeester zijn boekje te buiten is gegaan
- 1 okt Hasselman komt terug op Coupure in Westluidensepoort
- Lange disputen over al dan niet laten doorgaan van de kermis Uiteindelijk geen kermis.
- F.C. WIldeman mr timmerman wil nog stuk grond in de Kromme Elleboog om daar twee huizen te bouwen met tuinen.
- In Nijmegen zijn bestaande gebouwen ingericht. Daarom daar slechts 3800 gld voor barakken besmettelijke zieken
- 22 okt veel over salarissen

1873
- Bagger stadsgrachten moet aan Burensche barriere overgeladen worden; zoeken naar tweede stortplaats aan die kant. Wordt al lang naar uitgezien. Bij gevangenis moet gracht vaak uitgebag­gerd worden omdat er daar zoveel vuil in gegooid wordt
- Begrotingsbehandeling; veel over wegen.
- Plan barakken ligt ter inzage.
- Geneeskundig inspecteur wil verklaring dat Tiel epidemisch is niet intrekken ook al is er niet veel roodvonk. Want ook cholera is weer in het land
- R. Pitlo wil nog zes woningen bouwen tussen ingang R.C. Kerk en de Kromme Elleboog; dan moet wal door de gemeente worden geslecht; 20 dec slechten kost 724 gld; dan is hele terrein 3450 ca; daarvan zou men 1450 ca kunnen verkopen. Wordt 2000 m2 van kad E 1786 voor zes huizen
- weer adres over spoorlijn
- 20 dec W.A.Belderbos wil stuk grond van C 7 aan de stadsgracht
- 26 nov besluit eigen gasfabriek te gaan exploiteren

1874
 1874 545 26 juni geneesk staatstoez. Nieuwe ziekenhuis van hout heeft twee afdelingen, een voor mannen en een voor vrouwen, maar lijkenhuis moet eruit. Al jaren geklaagd voor Kromme Elleboog. Ook bij E 206 nog menagerie. Vuile sloot achter Kijkuit bij Jodenkerkhof. Sloot achter tuin van oud-burgemees­ter Reuchlin moet gedempt worden. De twee stadssecreten zijn walgelijk vuil bij de armenschool en aan de Waal

1875
 opzigter gemeentewerken H.J.Brands huurt voor f 1.25 per week de woning bij het ziekenhuis

1880
- 26 mei Gerechtshof wijst eis van gemeente toe. Dorpspolder Wamel moet los en laadplaats aan de veerdam ontruimen
- Regl. lijders besmettelijke ziekten. Bestuur alle praktizeren­de geneeskundigen. Aan inrichting zijn één man en één vrouw verbonden. Zij zijn belast met in orde houden van lokalen en verlenen hulp als ziekenoppassers. Lijders mogen geen bezoek hebben. Hen blijft wel keuze eigen arts. Verpleegkosten in twee klassen: een en twee gulden per dag. Mogen zelf klasse kiezen. Bloedverwanten of zij die verpleegkosten betalen zorgen voor begrafenis van hen die in de inrigting komen te overlijden.

1881

- 26 okt Geldlening voor nieuwe stoomboot, voltooien nieuwe begraafplaats, bevaarbaar maken wetering nabij vuilstort, maken van kolenloods, maken van een coupure, bouwen zes woningen voor politie en verhoding veerdam
-  Verzoek om lantaarns (drie) in de hoek van de Konijnenwal en het verlichten van de Hogeweg tot aan ziekenhuis.

1881
- 30 nov Stuk teelland bij ziekenhuis wordt verhuurd. H.A. van Andel, H.v.d.Heuvel, J.F. van Hulsteyn en wed J.H. Lazet willen steenen gebouw voor opslag petroleum aan de Grotebrugseweg tegenover de pers C 1505, 1506 27 m 90 ca. Plaats door bebouwing volstrekt ongeschikt. Vaten kunnen beter opgeslagen worden achter ziekenhuis.
-11 mei  in stukken: ziekenhuis Zandwijk vroeger C 237; nu C 1673 en wijk G 346a

1882
 raad 15 feb Dr. Pameyer wijst op slechte toestand van de manden, bestemd voor het vervoer van zieken en betoogt dat een brancard voor dat doel aangeschaft zou moeten worden

1884
- G. Th. Stout mag een huis bouwen op de voormalige looijerij op Zandwijk
- 16 okt inventaris van aanwezige goederen in ziekenhuis copie

1885
- Er wordt gewezen op onreine toestand van de pompen in de Staartsche straat en de pomp in het Molenlaantje
- Van Goorberg kocht C 2051 en 2052  wil nog stukje van Staartsche straat erbij. Is bezig daar vruchtensapfabriek te bouwen
- 20 dec Aan Dr Kuthe c.s. in gebruik af te staan woonhuis van voormalige bank van lening en bovenlokaal voor aan hen toever­trouwde zieken. Bij wijze van proef.
-
gemeenteverslag Er is dit jaar een raderbrancard aangeschaft
- raad besloot lokaal voormalige bank van lening af te staan tot oprichting eener inrichting tot verpleging van onvermogende zieken (vanaf 1 jan 1885)
-  F.W. Kiffe wil C 76 verbouwen; Waterstraat pui en ged. voorge­vel
- 7 nov verpachting van o.a. land bij het ziekenhuis. Bouwland op Zandwijk C 1672 en 1674 (50 a verhuurd op rest staat inrichting voor besmettelijke zieken)

1886
- Dr Kuthe verzoekt ziekenhuis tot wederopzeggen te mogen behouden. Raadsbesluit 3 jan lokalen van bank van lening afgestaan tot inrichting voor ziekenverpleging
- 26 jan notulen van de gemeenteraad, lokalen kazerne worden afgestaan voor ziekenhuis

 

 

 

Delen uit de gemeenteraadsvergaderingen 1872 - 1880

TIEL, Zaterdag avond 21 December 1872.
De Gemeenteraad dezer stad hield heden eene openbare vergadering.
Afwezig de heer van Lidth de Jeude.
Wordt voorlezing gedaan van een schrijven van den Geneeskundigen Raad van Gelderland en Utrecht, daarbij aandringende op de daarstelling van een locaal voor besmettelijke zieken uit den gegoeden stand. Daar ingevolge de wet hier waarschijnlijk weldra een locaal voor dat doel- voor min vermogenden zal moeten worden daargesteld, wordt goedgevonden die zaak later te zamen te regelen.
Een schrijven van den Prov. Inspecteur voorde Geneeskundige dienst over de inrigting der arm-verzorging wordt ter visie der leden gelegd.


TIEL, Zaterdag avond 23 Augustus 1873.
Het voorstel
Korte samenvatting.
daarstellen eener inrigting van lijders aan besmettelijke ziekten ingevolge art. 7 der Wet van 10 Dec. 1872 , met 2 teekeningen ; wordende de kosten der Gene op f 20000 , der andere op f 12000 geraamd
• hr Rink: moet het wel?
• Kruijthoff gelooft niet dat de Wet eene zoo kostbare inrigting vordert.
• De heer Campagne is van oordeel , dat men met het een of ander locaal in een gemeentegebouw volstaan kan.
• De heer Rink is van oordeel dat men eerst het besluit van Gedep. Staten moet afwachten , alvorens zulke groote kosten te maken
• De Gemeenteraad dezer stad hield heden eene openbare vergadering.
• De heer v. Lidth zegt dat de Raad reeds in eens geheime zitting een besluit in deze genomen heeft
• de heer Formijne komt het begrijpelijk voor, dat zulk een houten gebouw f 12000 zal moeten kosten
• De heer Tilanus wijst er op,dat het openbaar belang en de menschelijkheid elk langer uitstel verbieden. LET OP later levert hij het land !!
• De heer Campagne stelt voor , aan den Gemeente-architect te vragen of het plan niet voor vereenvoudiging vatbaar is
• De heer Verbrugh meent dat -een steenen gebouw goedkooper zal zijn
• De heer v. Andel is tegen het voorstel maar verlangt eene eenvoudige loods op Adamshof
• De heer .Campagne acht de plaatsing van •een hospitaal naast een verzamelplaats van bagger ongeraden
• Ten slotte wordt besloten , de stukken ter visie te houden tot de vergadering van 2 Sept.


Tielsche Courant. 4 september 1873.
Het besluit
Komt in behandeling het van de vorige vergadering aangehouden voorstel tot daarstelling eener inrigting tot afzondering en verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten.
Gebouw van hout worden opgetrokken, ingerigt zijn voor 16 lijders en geplaatst worden op een stuk bouwland op Zandwijk, groot circa 50 Aren
• Grond is eigendom van den heer Tilanus, die bereid is, dit perceel tegen den koopprijs aan de gemeente af te staan.
• De gezamentlijke kosten zullen circa f 9000 bedragen.
• De heer Campagne vraagt of de heer Tilanus niet bereid zou gevonden worden, een gedeelte van 5 Roeden van voormelden grond voor dit doel af te staan?
• Dé heer Tilanus antwoordt hiertegen bezwaar te hebben , en ziet hiervan het belang voor de gemeente niet in, daar het overschietende land kan worden verhuurd.
• De heer Campagne zegt, in de vorige vergadering te hebben ter sprake gebragt de vraag, of het stuk gemeentegrond, bij het begin het Molenstraatje langs den grindweg naar Utrecht, niet voor het doel geschikt zon zijn?
• De Voorzitter antwoordt, dat dit terrein niet is opgenomen.
• De heer Campagne zegt, dat het hem na onderzoek is voorgekomen dat die plaats, voor het doel wel geschikt zou zijn.
• De heer Kruijthoff is van oordeel , dat het beter zou zijn met een kleine inrigting bijv. 'van 12 bedden te beginnen en die naar gelang van de behoefte te vergrooten.
• De heeren van Andel en Stout wenschen te trachten aan te koopen de hofstede van B. van lngen en het daarop staand gebouw voor ziekenhuis in te rigten.
• De Voorzitter en de heer Dijckmeester beweren, dat de kosten dan voorzeker nog grooter zouden zijn.
• De Voorzitter beveelt de aanneming van het voorstel van Bestuur het Dagelijksch aan, het op te rigten ziekenhuis zou van tijd tot tijd ook voor gewoon ziekenhuis kunnen dienen.
• Deze meening wordt door den heer Campagne bestreden , die betoogt dat deze bestemming aan die inrigting bezwaarlijk zou kunnen gegeven worden.
• De heer Formijne en van Lidth de Jeude achten het terrein, door den heer Campagne aangewezen, ongeschikt, omdat .het aan den openbaren weg is gelegen en dus voor ziekenverpleging ongeschikt.
• Dit bezwaar word t door den heer Rick bestreden, hij wijst er op dat de gemeente ook nog voorzien moet in de behoefte aan een lijkenhuis, bij de wet geboden, en dus onnoodige kosten moet vermijden. Hij verklaart zich het voor het onderzoek van terrein, door den heer Campagne aangewezen.
• Alsnu wordt door den Voorzitter de vraag gesteld, of men alvorens eene beslissing te nemen, een onderzoek zal doen instellen naar het bedoelde terrein?. Die vraag in stemming gebragt, wordt ontkennend beantwoord met 11 stemmen tegen 2, die der heeren Campagne en Rink.
• Daarop wordt in stemming gebragt het voorstel van het Dagelijksch Bestuur, met bepaling dat daarvoor een leening zal worden gesloten van f 9000 met jaarlijksche aflossing van f 500 en tegen een rente van hoogstens 5%. Dit voorstel wordt aangenomen met 12 stemmen tegen 1 , die van den heer Campagne.



Den 2 September is door U besloten 1). aan te koopen een perceel . bouwland , sectie.. C, No. 237 groot 54 Aren , 70. Centiaren gelegen op Zandwijk voor f 2500, 2). op dat land te doen plaatsen eene inrigting de gelegenheid aanbiedende tot afzondering en. verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten en 3). tot dekking der te deze zake te doene uitgaven eene leening te sluiten van f 9000, tegen eene rentestandaard van hoogstens 5%, uit te geven in aandelen elk groot f 500, waarvan jaarlijks een zal worden afgelost.
 


jaarverslag 1873  pag 12

8. 54 aren 70 centiaren bouwland , gelegen op Zandwijk , waarvan circa 50 aren verhuurd zijn . tot 31 December 1877 voor f 114 ‘s jaars , zijnde op het overige gedeelte geplaatst de inrigting tot afzondering en verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten.
dhr Brands betrekt zijn Woning. Het Ziekenhuis wordt door zijn vrouw schoongemaakt. Zo nu maar wachten.


jaarverslag 1875

De inrigting tot afzondering en verpleging van lijders -aan besmettelijke ziekten is geheel gereed tot oogenblikkelijke opname van lijders.


jaarverslag 1875

Over het algemeen laat de toestand der bestrating te wenschen over, en is verergerd door de onvermijdelijke, opgravingen tot plaatsing van gasbuizen.
Wij zullen U zoo spoedig mogelijk maatregelen tot verbetering voorstellen.
Buitendien is bestrating, van eenige wegen vooral binnen de kom der gemeente, hoogst wenschelijk.

jaarverslag 1876

Voor het eerst werd gedurende het afgeloopen jaar een lijder aan, typhus verpleegd in de inrigting tot afzondering en verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten.
Het is gebleken, dat die inrigting, behoudens enkele verbeteringen, die gemakkelijk zijn aan te brengen, wel aan het doel beantwoordt. Intusschen zijn de kosten van verpleging zeer aanzienlijk; deze hebben toch voor dien éénen lijder voor 31 dagen bedragen f 187,76 ; hieronder zijn niet begrepen de kosten van geneesmiddelen.
Daar nu die uitgaven, welke uithoofde van onvermogen van den lijder niet op dezen kunnen worden verhaald, door de gemeente zijn gedragen, is het duidelijk dat. deze inrigting, voor de finantiën der gemeente eene zeer bedenkelijke zaak kan worden, zoo die niet op andere wijze wordt geregeld, waartoe wij voornemens zijn pogingen aan te wenden.

jaarverslag 1880

De bebouwde kring om de stad, waar nog geene bestrating is, breidt zich zoo zeer uit, en de bewoners van de huizen hebben bij nat weder zooveel last van, den onvermijdelijk morsigen toestand der wegen, dat het bijna ondoenlijk is, om aan de vele klachten, tegemoet te komen.  Het verkeer op de voetpaden is zoo druk ,dat eene bezanding, iedere week gedaan niet voldoende zoude zijn om ze goed te honden.
Wij meenen dat over het algemeen geene duurzame verbetering te wachten is, zolang niet tot keibestrating is overgegaan, en dat de eigenaardige moeijekheden aan de kleistreken verbonden ten opzigte van wegen in aanmerking genomen reden bestaat tot tevredenheid.
Eene uitzondering noemen wij den weg nabij de school voor onvermogenden. Deze weg, ingevolge Uw besluit , in 1878 in den tegenwoordigen toestand gebragt, is niet alleen slecht maar ontsiert op stuitende wijze een gedeelte van onze gemeente.
De kosten van onderhoud der wegen hebben bedragen f 1431,52

 

 

Besmettelijke ziekten en rampen 1830 - 1926.
 
Armenzorg/Verpleging  in
Nederland

 

Vanaf ongeveer 1830 werd Nederland geteisterd door enkele cholera-epidemieën. De ziekte werd meegebracht door scheepslui of ontstond door de onhygiënische omstandigheden. De eerste epidemie brak uit in 1832 in Scheveningen. Er vielen vele doden en de ziekte verspreidde zich later tot aan Rotterdam en Amsterdam

1836             Gemeindepflege. Predikant Theodor Fliedner te Kaiserswerth (Duitsland). Vanuit het Moederhuis gingen diakonessen zieken thuis verplegen. Voornamenlijk bij armen.

1845             Utrecht: eerste diakonessenhuis in Nederland.

1854-1856    Krimoorlog.  Besmettingen onder en door  de slachtoffers.
  Florence Nightingale(1820-1910) . Was in 1850 en 1851 enkele maanden bij Fliedner.

1859             William Rathbone (Engeland) "Vader der wijkverpleging" Combinatie wijkverpleging en Armenzorg. Door intensive samenwerking met Florence Nightingale verdere professionalisering.

1861 jan        Watersnood (dijkbreuk)
Gelderland, Noord-Brabant

1863             Tyfus in Leeuwarden 

1863             Storm in west Holland Zware schade aan de Scheveningse

1864 - 1865 Pokken in Woudsend (Fr) 

1865 -1866   Cholera epidemie in geheel Nederland en met name in Amsterdam, Rotterdam, Maassluis, Dordrecht, Leiden, 's-Gravenhage, Utrecht, Friesland, Groningen, Gelderland

1870 - 1873 Pokkenepidemie In Nederland stierven zo'n 20.000 mensen, de meesten in 1871 (15.787 slachtoffers, voornamelijk kinderen).  Omvang mede veroorzaakt door de Frans-Pruisische oorlog

Het derde kabinet-Thorbecke duurde van 4 januari 1871 tot en met 6 juni 1872, de dag waarop Thorbecke overleed.

1883             Tyfus in Leiden 

1884             Mazelen, roodvonk & difterie in Amsterdam 

1885             Cholera in Nederland, met name in 's-Gravenhage 

1887             Meningitis & Tuberculose in Nederland 

1888             Malaria in Kampen 

1892             Cholera in 's-Hertogenbosch, difterie in Maastricht 

1893- 1894   Pokken in Rotterdam 

1894             Cholera in Amsterdam 

1887-1910    Tuberculose epidemie in geheel Nederland

1909             Cholera in Rotterdam 

1914-1918    Eerste Wereldoorlog Nederland is neutraal, maar heeft te leiden van blokkades.  Er komen ook veel vluchtelingen.  Tyfus epidemie onder militairen

1916             Tyfus in gevangenkamp Wittenberg (bij GarderenZuiderzeevloed (IJsselmeer)

1916 13 en 14 januari. Voor 14 januari had het al enkele dagen gestormd, maar op die dag wakkerde storm aan tot ruim 100 km/u.  In normale omstandigheden zou dit niet direct aanleiding zijn tot bezorgdheid, maar doordat het water in de Zuiderzee door de storm in de voorafgaande dagen al een hoog peil had bereikt, ontstonden overstromingen.  Op veel plaatsen klotste het water over dijken die van binnenuit werden beschadigd en vervolgens niet meer bestand waren tegen de druk van het water uit de Zuiderzee.  De getroffen gebieden waren het eiland Marken, een gedeelte van de Gelderse Vallei (Eemnes, Spakenburg, Bunschoten;  het water stond ook in de straten van Amersfoort), het hele gebied rond Edam, Purmerend, Broek in Waterland en Durgerdam stond volledig blank.  Ook bij de Anna Paulownapolder braken de dijken door.  Het aantal slachtoffers van de vloed was beperkt, maar de overstroming vormde aanleiding om te besluiten de Zuiderzeewerken (Afsluitdijk) uit te voeren
bron: http://www.van-diemen-de-jel.nl/Genea/Disasters.html

1925 - 1926 Herinneringen aan de watersnood te Meers-Esloo  door Burgemeester F. Eussen van Elsloo
Het was Kerstdag dat mij de telegrammen betreffende het wassen der Maas enigszins bezorgd maakten en ik mij de vraag stelde of het gure weer niet een nog verdere was zou veroorzaken. Tweede Kerstdag ging ik daarom de Maas bij het groot veer te Elsloo in ogenschouw nemen. Ze was toen gestegen tot ongeveer 46 m boven A.P. Nooit heb ik de anders zo kalme Maas zo woest gezien als toen. Het was geen rivier, doch een zee, opgezweept door de storm. Ik achtte het nodig maatregelen te nemen voor versterking van de dijk te Meers.
Op 27 December gaf ik bevel enkele plaatsen in de Koeweide wat op te hogen. Het water stond toen ongeveer 40 cm beneden de kruin van de dijk. Het wassen van het water op 28 en 29 December deed mij op Woensdag 30 December weer naar Meers gaan en werd een aanvang gemaakt met versterking van de gehele dijk. Tot ‘s avonds laat werd hieraan gewerkt. Om 9 uur ‘s avonds begaf ik mij nog eens naar Meers teneinde de toestand op te nemen. Daar het water nog steeds steeg besloot ik de inwoners, die zich op de gevaarlijkste plaatsen bevonden, te waarschuwen. Het zich op die plaatsen bevindende vee werd toen nog in veiligheid gebracht. Nadat door mij een wacht aangesteld was ging ik omstreeks 8 uur voormiddag naar huis.
1925 31 december
Te 21.00 uur trachtte zij nog naar Meers te komen om mij te halen, wat evenwel onmogelijk was. Met de marechaussees, wier diensttijd afgelopen was te 16.00 uur, doch die onder geen voorwaarde hun dienst wilden verlaten, ben ik toen in een boot gestapt, teneinde mij in de school in veiligheid te brengen. We stootten op deze tocht op een weg, waar geen voldoende water was om te roeien. Marechaussee Janssen gaf toen het voorbeeld door in het water te springen en zodoende ons doel te bereiken. Toen ik bemerkte dat hij erdoor kwam, waagde ik hetzelfde en liep hem achterna, gevolgd door marechaussee Halmans. Bij weduwe Vaessen moest ik even binnen vluchten, daar ik het te koud kreeg. Met wat hout en stro zette ik mijn tocht voort, steeds in dieper water. Ik kreeg een rilling toen het water mij, tengevolge van een misstap, over de heupen ging. In looppas ging het toen tot in de school, die tot dan toe nog droog was. In de school troffen we aan:  14 mensen, 7 varkens en 1 hond.

bron: http://maaskentjers.lggi.nl/4001-1-5.html